Nieuws
06 november 2021
Gouden rugslaghattrick voor Toussaint, ook EK-goud voor gemengde estafette
Vijf medailles erbij voor Team NL in één finaleavond met tweemaal goud, tweemaal zilver en eenmaal brons. Nederland staat inmiddels op vijftien medailles. Ook opvallend: na Thom de Boer en Jesse Puts is Stan Pijnenburg dit jaar de derde recordhouder op de 100 meter vrije slag...
Op de EK korte baan in het Russische Kazan is het Kira Toussaint in één toernooi gelukt een hattrick te scoren op haar rugslag afstanden. Na de 200 en 50 meter won ze op de vijfde dag van het toernooi ook de 100 meter (55.76). Maaike de Waard maakte het Nederlandse succes compleet door het zilver (55.86) voor zich op te eisen. De toernooidag begon met goud en werd ook goud besloten door het Nederlands kwartet op de 4 x 50 mter vrije slag estafette mixed. Arno Kamminga behaalde zilver op de 200 meter school net als Luc Kroon in de finale 200 meter vrije slag. Voor Stan Pijnenburg was het een ongelooflijke dag met niet verwacht brons op de 200 meter vrije slag en als kers op de taart de verbetering van het Nederlands record op de 100 meter vrije slag.
Gouden start en finish
Het begon allemaal met de één-twee zege op de 100 meter rugslag. Als favoriete zou Kira Toussaint dit onderdeel winnen met de van haar bekende superieure onderwatertechniek na start en keerpunten. Maar zei de kampioen na finish: “Het is een grote opluchting voor me. Ik vind het niet erg dat ze dit van me verwachten, maar het is fijn dat het gebeurt. Het is een mooie clean-sweep." Ook zij had er niet een-twee-drie op gerekend dat ploeggenote Maaike de Waard zo dichtbij bleef en met een PR van 55.86 slechts 0,1 seconde later dan Toussaint aantikte: “De focus lag op de onderwaterfase. Daar heb ik veel voordeel uit gehaald. Ik kwam hier met een persoonlijk record van 56,7, dus ik kan niet anders dan tevreden zijn.”
Mixed estafette een gouden formatie
De mixed 4 x 50 meter vrije slag estafette triomfeerde onverwacht ruim in een tijd van 1.28.93 en dat was bijzonder, want op papier waren Rusland en Italië sneller ingeschat en zou Polen een gevaarlijke outsider zijn. Jesse Puts (21.06) opende sterk en nam de leiding. Deze werd niet meer afgestaan en door Thom de Boer (scherpe overname met 0,05 seconde en een ‘split’ van 20.55) nog meer uitgebouwd. Het Nederlandse duo (41.67) was sneller dan het Italiaanse (Miressi/Zazzeri 41.92) en het Russische (Morozov/Kolesnikov 42.08). Maaike de Waard (23.46) en ‘afmaker’ Kim Busch (23.86) bleven gefocust en gaven de voorsprong niet meer prijs.
“Ik heb met Jesse de individuele 100 meter vrije slag laten schieten voor deze estafette”, gaf De Boer later aan. Maaike de Waard sprak van een ‘mooi dagje’. Kim Busch was nooit eerder laatste zwemster van een estafette. “Dit is een hele mooie afsluiter van het toernooi voor mezelf.” Niet alles verliep volgens plan bij de sprintliefhebster die afwisselend, borstcrawl, vlinder- en wisselslag op haar drukke programma had bij dit toernooi.
Na Pieter, Thom en Jesse nu Stan
Stan Pijnenburg verbeterde met de vijfde tijd (46.38) in de halve finale 100 meter vrije slag het Nederlands record op de 100 meter vrije slag. Dat stond met 46.52 op naam van Jesse Puts onlangs bij de Swimming World Cup in Berlijn. Eerder dit jaar onttroonde Thom de Boer met 46.76 tijdens de Speedo Fast Water Meet in Amsterdam Pieter van den Hoogenband, die het record sinds de EK in Dublin 2003 in zijn bezit had. Pijnenburg zwom zijn race relatief kort na de 200 meter vrije slag. “Ik heb de handrem eraf gegooid. Dat was een tip die Femke Heemskerk mij appte. Ik zat al een tijdje op dat record te azen. Eerst pakte Thom de Boer het af van Pieter van den Hoogenband, de Olympisch kampioen van 2000 en 2004. Nu heb ik het van Jesse overgenomen.” Wie volgt (?) zou je dan denken.
Op de 200 meter vrije slag zwom Luc Kroon (1.42. 22) naar zilver voor de verrassend sterke Pijnenburg (1.42.51) die in baan 1 direct de leiding nam. Pas na 175 meter raakte hij die kwijt aan Kroon. In de laatste meters kwam de Europees jeugdkampioen David Popovici (1.42.12) nog over beide Nederlanders heen. Kroon: “Het was een goede race met een prima opbouw. Eigenlijk net als op de 400 meter vrije slag. De laatste 10 meter was wat slordig. Ik wilde te graag waardoor Popovici mij eruit kon tikken.” Terugblikkend op het EK kon hij niets anders dan tevreden zijn. “Goud, zilver en twee keer een persoonlijk record”, aldus de nummer twee van Nederland op de eeuwige ranglijst. (PVDH 1.41.89 in 2002)
Bij Pijnenburg kwamen de nodige emoties los. “Ik had dit nooit verwacht. Die 200 meter is een beetje lang voor mij. Ik kon het maar op één manier aanpakken en dat was knetterhard vertrekken. De buitenbaan was in mijn voordeel”, jubelde de Brabander, die nooit gezien werd als een groot talent.
Finish
Met een verschil van slechts 0,01 seconde ontging Arno Kamminga de overwinning op de 200 meter schoolslag (2.01.74) achter de Wit-Rus Ilya Shymanovich (2.01.73). “Je wilt natuurlijk winnen. Dat zat erin. Over de tijd kan ik tevreden zijn. De beste van dit seizoen in een hele goede race. Dit soort wedstrijden zijn voor mij wel de manier om nog harder te gaan zwemmen.” Goed en vooral fel finishen is dan een kunstje dat de titelverdediger zich moet eigen maken. De laatste slag van Shymanovich was er een schoolvoorbeeld van.
Tessa Giele was opgetogen over haar zevende plaats op de 100 vlinderslag (57,69). “Ik ben blij met de tijd en plek, maar ik was heel zenuwachtig.’’ Het was haar eerste finale bij haar eerste EK korte baan; dat ze zich dit voorjaar ook plaatste voor het EK lange baan was al een onverwachte meevaller. In de series zwom de eerste jaars international met 57.45 sneller dan haar regiogenote Inge de Bruijn uit Barendrecht op de korte baan ooit geweest was (57.55).
Halve finales
Op de 200 meter vrije slag (1.53.48) kwalificeerde Marrit Steenbergen zich als snelste voor de finale. De Friezin, die in Eindhoven traint en uitkomt voor PSV, zwom een persoonlijk record, mzeker omdat zij in hoog tempo begon en overtuigend de leiding nam in haar race. “Niet verkeerd toch?! Er zit denk ik nog wat rek in door het laatste stuk wat door te trekken.” De elfde plaats van Imani de Jong was het hoogst haalbare (1.58.05). In de serie zwom zij als negende een PR van 1.57.08. Silke Holkenborg was veertiende in 1.58.04.
Maaike de Waard plaatste zich op de 50 meter vlinderslag als derde voor de finale. Kim Busch (25.86) werd derde. Kamminga verzekerde zich van zijn ‘plekje in de finale’ op de 50 meter schoolslag. Met 26.18 zwom hij de zevende tijd. Vier mannen bleven onder de 26 seconden, waaronder de favorieten Martinenghi (25.37) en Emre Sakci, Turkije (25.38).
Dag 6: 7 november
Series
- 400 meter wisselslag M
- 400 meter vrije slag V
- 4 x 50 meter wisselslag estafette mixed M/V